Algemeen
Onze vereniging fietst volgens een rittenschema (clubritten)
Deze clubritten starten en eindigen op sportpark Schaarweide.
Van elke fiets(t)er wordt geacht dat ze alle verkeersregels in acht nemen.
Met name een rood stopteken wordt nimmer genegeerd.
Bij clubritten geldt een verplichting tot het dragen van een helm en het dragen van het clubtenue. Het gebruik van een deugdelijk onderhouden fiets is wenselijk.
Controleer daarom met regelmaat de banden en de remmen.
Het is advies om een fietsbel te installeren en deze op gepaste wijze te gebruiken.
Het rittenschema voorziet per groep in informatie omtrent starttijd, afstand, pauzeplaats en de aangewezen wegkapitein. Het schema is met goedkeuring van de tourcommissie opgesteld. Met instemming van de gehele groep kan hiervan incidenteel worden afgeweken.
Fietsgedrag
Er wordt onderscheid gemaakt in 3 fietsgroepen: A, B en C.
Een groep bestaat uit maximaal 12 fietsers. In het geval een groep groter is splitst deze zich op en rijden de groepen achter elkaar dezelfde route (met ruime afstand tussen beide groepen).
Wanneer er besloten wordt om groepen samen te voegen, bijvoorbeeld bij een kleine opkomst, dan wordt het tempo van de laagste groep aangehouden.
Bij vertrek start eerst de A-groep, dan de B-groep, dan de C-groep en als laatste de MTB-groep.
Clubritten starten met een warming-up van 5 km, de groep fietst als een geheel en heeft het motto samen uit en samen thuis.
Er wordt geen fiets(t)er, zonder overleg, alleen achtergelaten.
De gemiddelde snelheid per groep is:
A - 32 km/u
B - 29 km/u
C - 26 km/u
Iedereen wordt geacht de aanwijzingen van de wegkapitein op te volgen.
De wegkapitein is duidelijk herkenbaar en draagt de gele WK band van de NTFU. Daarmee is voor buitenstaanders dat onze club hecht aan een goed en veilig weggedrag.
Indien de wegkapitein is verhinderd zorgt hij zelf voor een vervanger. Tevens dient John Stuiver op de hoogte te worden gebracht zodat die dat op de clubapp kan zetten.
De wegkapitein zorgt voor regelmatig wisselend kopwerk (draaien) waarbij de sterken meer (langer) op kop fietsen.
Indien een groep kleiner is dan kan de wegkapitein meedraaien.
De wegkapitein kan iemand aanwijzen om achterin de controle te houden.
Iedereen waarschuwt elkaar (op gepaste wijze) in woord en gebaar voor tegemoet komend- en achteropkomend verkeer, voor obstakels en voor richting wijzingen.
Vermijd plotseling remmen en van lijn veranderen. Ga niet tussen de wielen van je voorgangers fietsen.
Hergroepeer na oversteken en klimmetjes, pas doorrijden als achter “compleet” is geroepen.
Bij materiaalpech wacht de hele groep tot het probleem is verholpen.
De wegkapitein zorgt ervoor dat men elkaar helpt en er geen onoverzichtelijke en/of onveilige situatie op de weg ontstaat.
Bij ongevallen
Bij een ongeval stopt de gehele groep. De wegkapitein tracht de situatie te coördineren. Probeer hulp te verlenen waar dit mogelijk en zinvol is.
Zorg dat de omgeving veilig en overzichtelijk blijft. Maak foto’s van zaken die er toe doen b.v. verkeerstekens zoals borden, stoptekens en kentekens.
Het is altijd belangrijk je NAW-gegevens bij je te hebben alsmede een telefoonnummer voor noodsituatie, een kopie van je verzekeringspas en ID.
Ook het weten van je bloedgroep en relevante medische informatie is belangrijk.
Sla de volgende telefoonnummers op in je telefoon;
Alarm NL – 112, Politie Alg. 0900-8844
Alarm Dts – 112, Politie Dts nood -110
Door deel te nemen aan de clubritten aanvaardt iedere deelnemer deze regels en afspraken. Met begrip en respect voor elkaar en voor de andere weggebruikers houden we plezier in de fietssport.
MTB gedragscode
Tekens bij fietsen in groepsverband
Bij alle onderstaande onderdelen geldt: Groep geeft roep door naar achter.
- Stoppen: Voorrijder steekt linkerarm omhoog en roept "stop".
- Weg vrij: Voorrijder steekt linkerarm omhoog, wuift naar voren en roept "vrij".
- Rechtdoor: Voorrijder roept "rechtdoor".
- Afslaan: Voorrrijder steekt arm naar links of rechts en roept "links" of "rechts".
- Obstakel rechts / inhalen. Voorrijder roept "voor".
- Obstakel links / tegenligger. Voorrijder roept "tegen".
- Obstakel in / op wegdek: Voorrijder roept naam obstakel en wijst ernaar.
- Achter elkaar rijden: Voorrijder / achterrijder roept "ritsen".
- Smal rijden (schuin achter elkaar rijden): Voorrijder / achterrijder roept "smal".
- Ingehaald worden: Achterrijder roept "achter".
- Problemen: Betrokkene roept "lek"
(bron: NTFU)
Onze vereniging fietst volgens een rittenschema (clubritten)
Deze clubritten starten en eindigen op sportpark Schaarweide.
Van elke fiets(t)er wordt geacht dat ze alle verkeersregels in acht nemen.
Met name een rood stopteken wordt nimmer genegeerd.
Bij clubritten geldt een verplichting tot het dragen van een helm en het dragen van het clubtenue. Het gebruik van een deugdelijk onderhouden fiets is wenselijk.
Controleer daarom met regelmaat de banden en de remmen.
Het is advies om een fietsbel te installeren en deze op gepaste wijze te gebruiken.
Het rittenschema voorziet per groep in informatie omtrent starttijd, afstand, pauzeplaats en de aangewezen wegkapitein. Het schema is met goedkeuring van de tourcommissie opgesteld. Met instemming van de gehele groep kan hiervan incidenteel worden afgeweken.
Fietsgedrag
Er wordt onderscheid gemaakt in 3 fietsgroepen: A, B en C.
Een groep bestaat uit maximaal 12 fietsers. In het geval een groep groter is splitst deze zich op en rijden de groepen achter elkaar dezelfde route (met ruime afstand tussen beide groepen).
Wanneer er besloten wordt om groepen samen te voegen, bijvoorbeeld bij een kleine opkomst, dan wordt het tempo van de laagste groep aangehouden.
Bij vertrek start eerst de A-groep, dan de B-groep, dan de C-groep en als laatste de MTB-groep.
Clubritten starten met een warming-up van 5 km, de groep fietst als een geheel en heeft het motto samen uit en samen thuis.
Er wordt geen fiets(t)er, zonder overleg, alleen achtergelaten.
De gemiddelde snelheid per groep is:
A - 32 km/u
B - 29 km/u
C - 26 km/u
Iedereen wordt geacht de aanwijzingen van de wegkapitein op te volgen.
De wegkapitein is duidelijk herkenbaar en draagt de gele WK band van de NTFU. Daarmee is voor buitenstaanders dat onze club hecht aan een goed en veilig weggedrag.
Indien de wegkapitein is verhinderd zorgt hij zelf voor een vervanger. Tevens dient John Stuiver op de hoogte te worden gebracht zodat die dat op de clubapp kan zetten.
De wegkapitein zorgt voor regelmatig wisselend kopwerk (draaien) waarbij de sterken meer (langer) op kop fietsen.
Indien een groep kleiner is dan kan de wegkapitein meedraaien.
De wegkapitein kan iemand aanwijzen om achterin de controle te houden.
Iedereen waarschuwt elkaar (op gepaste wijze) in woord en gebaar voor tegemoet komend- en achteropkomend verkeer, voor obstakels en voor richting wijzingen.
Vermijd plotseling remmen en van lijn veranderen. Ga niet tussen de wielen van je voorgangers fietsen.
Hergroepeer na oversteken en klimmetjes, pas doorrijden als achter “compleet” is geroepen.
Bij materiaalpech wacht de hele groep tot het probleem is verholpen.
De wegkapitein zorgt ervoor dat men elkaar helpt en er geen onoverzichtelijke en/of onveilige situatie op de weg ontstaat.
Bij ongevallen
Bij een ongeval stopt de gehele groep. De wegkapitein tracht de situatie te coördineren. Probeer hulp te verlenen waar dit mogelijk en zinvol is.
Zorg dat de omgeving veilig en overzichtelijk blijft. Maak foto’s van zaken die er toe doen b.v. verkeerstekens zoals borden, stoptekens en kentekens.
Het is altijd belangrijk je NAW-gegevens bij je te hebben alsmede een telefoonnummer voor noodsituatie, een kopie van je verzekeringspas en ID.
Ook het weten van je bloedgroep en relevante medische informatie is belangrijk.
Sla de volgende telefoonnummers op in je telefoon;
Alarm NL – 112, Politie Alg. 0900-8844
Alarm Dts – 112, Politie Dts nood -110
Door deel te nemen aan de clubritten aanvaardt iedere deelnemer deze regels en afspraken. Met begrip en respect voor elkaar en voor de andere weggebruikers houden we plezier in de fietssport.
MTB gedragscode
- Fiets alleen daar waar het is toegestaan;
- gebruik uitsluitend bestaande routes en paden;
- respecteer de natuur: plant en dier;
- fiets in kleine groepjes;
- waarschuw andere recreanten tijdig en vriendelijk;
- benader andere recreanten en drukke locaties stapvoets;
- voorkom onnodig remmen: spaar de ondergrond;
- maak geen onnodig lawaai;
- laat geen afval achter;
- bij pech niet stilstaan op de route;
- neem geen onnodig risico.
Tekens bij fietsen in groepsverband
Bij alle onderstaande onderdelen geldt: Groep geeft roep door naar achter.
- Stoppen: Voorrijder steekt linkerarm omhoog en roept "stop".
- Weg vrij: Voorrijder steekt linkerarm omhoog, wuift naar voren en roept "vrij".
- Rechtdoor: Voorrijder roept "rechtdoor".
- Afslaan: Voorrrijder steekt arm naar links of rechts en roept "links" of "rechts".
- Obstakel rechts / inhalen. Voorrijder roept "voor".
- Obstakel links / tegenligger. Voorrijder roept "tegen".
- Obstakel in / op wegdek: Voorrijder roept naam obstakel en wijst ernaar.
- Achter elkaar rijden: Voorrijder / achterrijder roept "ritsen".
- Smal rijden (schuin achter elkaar rijden): Voorrijder / achterrijder roept "smal".
- Ingehaald worden: Achterrijder roept "achter".
- Problemen: Betrokkene roept "lek"
(bron: NTFU)